6x de leukste buitenlandse spelletjes om buiten te spelen
Hinkelen, tikkertje, verstoppertje. Deze buitenspelletjes kennen we allemaal wel. Maar spelen de buitenlandse kinderen dezelfde spelletjes als wij? Niet helemaal, want hoewel véél spelletjes wel op onze spelletjes lijken, zijn ze net iets anders. Daarom is het juist zo leuk om deze buitenlandse spelletjes eens uit te proberen. Welke spelletjes zijn er allemaal?
1. La Rayuela
Spaanse kinderen spelen het liefst buiten spelletjes, aangezien het daar bijna altijd goed weer is. Eén van die spelletjes is la Rayuela, wat heel erg lijkt op hinkelen.
Wat heb je nodig?
Je hebt stoepkrijt nodig om het hinkelspel te kunnen tekenen, een stoep waar je veilig kunt krijten en hinkelen, een steentje en minimaal twee spelers. Dit kunnen de kinderen dus samen spelen of als ze geen broertje of zusje hebben. Kun jij je hinkel skills zelf eens laten zien.
Hoe speel je het?
Ten eerste teken je een hinkstapspel. Vervolgens gooi je een steentje in het eerste vak. Valt de steen buiten het vak, dan ben je af. Valt de steen binnen het vak, dan mag je op twee benen in het vak springen. Vervolgens verplaats je de steen naar het tweede vak. Valt de steen buiten het vak, dan ben je af. Valt het binnen het vak dan, mag je daar naartoe hinkelen. Je mag hierbij de rand van het vak niet raken, want ook dan ben je af. Vervolgens schuif je met je voet de steen naar het volgende vak en hinkel je daarnaartoe. Zo ga je door tot je het einde bereikt hebt. Telkens wanneer je af bent of wanneer je het einde bereikt hebt, is de volgende aan de beurt.
2. El elástico
Een ander spel dat graag gespeeld wordt door Spaanse kinderen is el elástico. De naam verraadt het misschien al een beetje, maar het is een spel dat gespeeld wordt met een elastiek. Hoe het spel gespeeld wordt, kun je zelf een eigen draai aangeven. Immers, de regels verschillen in Spanje zelf van stad tot stad.
Wat heb je nodig?
Een elastisch touw en minimaal drie spelers.
Hoe speel je het?
Kortgezegd moet het elastische touw om de benen van twee spelers gewikkeld worden. Vervolgens springt de derde speler over de band, op een vooraf bepaald ritme. Hierbij kun je zelf allerlei regels verzinnen. Vooruitspringen, achteruitspringen, opzij springen of landen op een bepaald been. Je beslist het helemaal zelf!
3. La gallina ciega
La gallina ciega is een vrij simpel Spaans spelletje dat zowel binnen als buiten gespeeld kan worden.
Wat heb je nodig?
Het enige wat je nodig hebt is een blinddoek en minimaal drie spelers.
Hoe speel je het?
Iemand wordt aangewezen als de Gallina en doet de blinddoek om. De andere spelers plagen de Gallina, terwijl hij of zij de andere spelers probeert te tikken. Tikt de Gallina iemand, dan is de getikte persoon aan de beurt om de Gallina te zijn. Ook hier kun je allerlei variaties op bedenken. Laat je fantasie de vrije loop!
4. Barra do Lenço
Barra do Lenço is een Portugees spel, dat ook nog eens goed is voor de conditie en waar ter variatie verschillende versies van gespeeld kunnen worden.
Wat heb je nodig?
Benodigd zijn een sjaal of doek. Vervolgens heb je een ruimte nodig om te spelen. Idealiter een rechthoekige ruimte van 20 meter, maar kleiner kan ook. Ook heb je minimaal drie spelers nodig. Maar meer personen is leuker.
Hoe speel je het?
Eén persoon gaat met de sjaal in het midden staan. Alle overige spelers krijgen een nummer en gaan tegenover elkaar op de uiteindes van het speelveld staan. Wanneer de persoon met de sjaal een nummer roept, moeten beide tegenstanders met hetzelfde nummer zo snel mogelijk de sjaal zien te pakken. Zo scoor je punten. Het team met de meeste punten wint natuurlijk!
Ook in dit spel valt van alles in te variëren. Je kunt natuurlijk zo snel mogelijk rennen, maar ook hinkelen is een optie. Laat de fantasie van de kinderen maar wederom de vrije loop gaan!
5. Kub
Kub is een Zweeds spelletje dat veel op campings wordt gespeeld. Maar ook de achtertuin en een speelveld zijn uitstekende plekken om met plezier dit spelletje te spelen.
Wat heb je nodig?
Een kubs set bestaande uit tien houten blokken, twaalf stokken en een koningsblok. Daarnaast heb je twee teams van minimaal één speler nodig.
Hoe speel je het?
Elk team heeft vijf blokken en probeert de blokken van het andere team met de stokken om te gooien. Wanneer de blokken van de tegenstander omgegooid zijn, mag je op het koningsblok mikken. Het team dat als eerste het koningsblok omverwerpt, is de grote winnaar!
6. Jeu de boules
Jeu de boules is hoogstwaarschijnlijk het spel dat het meest bekend in de oren klinkt. Misschien, omdat je weleens een groep oude mannen het hebt zien spelen. Oude mannen? Klinkt dat niet een beetje suf? Nee hoor, Jeu de boules is geschikt voor alle leeftijden en ook voor de kinderen hartstikke leuk om te spelen!
Wat heb je nodig?
Ten eerste heb je natuurlijk een Jeu de boules set met een meetlint nodig. Er zijn verschillende team groottes mogelijk, waarbij het aantal ballen verdeeld wordt onder de hoeveelheid spelers. Vervolgens heb je een zanderige ondergrond nodig om het spel op te kunnen spelen. Dit kan een stadspark, bos, achtertuin of een echte Jeu de boules baan zijn. Officieel is een baan vier meter breed en vijftien meter lang. Heb je geen echte baan ter beschikking, dan is het belangrijk om je eigen veld af te bakenen. Ballen die buiten de grens rollen tellen niet mee.
Hoe speel je het?
In essentie is er een kleine bal en probeert elke team zijn grotere ballen zo dicht mogelijk naar de kleine bal te rollen. Wie begint wordt bepaald met een muntstuk opgooien. Het team dat kop of munt goed raad mag beginnen en rolt de kleine bal het veld in. Daarna mag datzelfde team de eerste grotere bal rollen.
Wanneer de eerste bal is gegooid, probeert het andere team een bal dichterbij de kleine bal te gooien. Hierbij mogen zowel de ballen van de tegenstander als het kleine balletje weggestoten worden. Zolang dit team geen bal dichterbij het kleine balletje weet te gooien dan de tegenstander, blijven zij aan de beurt tot de bal dichterbij ligt of de ballen op zijn.
Wanneer alle boules gespeeld zijn, krijgt alléén het team dat een bal het dichtst bij het kleine balletje heeft gegooid, punten. Dit team krijgt dan één punt voor elke bal die dichterbij het kleine balletje ligt dan de ballen van de tegenstander. Vervolgens wordt de volgende ronde gespeeld. Het spel gaat door tot één team als eerste dertien punten heeft behaald.
Welke spelletjes gaan jullie spelen?
Zo zie je maar: in andere landen spelen de kinderen spelletjes die net even anders zijn dan we in Nederland gewend zijn. Maar ze zijn zeker net zo leuk! Zit er een spelletje tussen die jij met de kids wilt uitproberen? Ga dan maar eens lekker spelen!